Bezienswaardigheden

De witte hoeve is niet alleen vlot bereikbaar maar heeft ook enkele unieke bezienswaardigheden binnen fiets- of wandelbereik. Beernem heeft heel wat troeven. Je kan er genieten van de mooie, groene omgeving en de rust. Ideaal voor een toffe fietstocht of rustgevende wandeling.

Pastorie

Pastorie horend bij de Sint-Amanduskerk van Beernem. Ten noorden van de kerk te situeren. Gelegen binnen een omwalling en toegankelijk via een brug voorzien van een smeedijzeren leuning eindigend bij een bakstenen eenvoudig toegangsgebouw.

Site steenbakkerij

Hier zie je laatste restanten van de oude steenbakkerij “Tuileries de Briqueteries d’Oedelem”. Enkel de machinekamer bleef bewaard. De directeurswoning, de droogloodsen, de trampsporen en de arbeiderswoningen zijn intussen verdwenen.

De steenbakkerij liet een blijvende indruk na op het landschap. Op de heuvel werden sporen aangelegd. Op die sporen vervoerden karretjes de gewonnen klei naar de fabriek. Achter de heuvel werd de klei opgegraven uit de kleiputten die vol water stonden.

De pannen en stenen werden te drogen gelegd in de droogloodsen. In 1968 werd de steenoven gesloten.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Oedelem bezet door de Duitsers. Zij eisten werklieden uit Oedelem op. Enkele opgeëiste arbeiders werden tewerkgesteld in de steenbakkerij. In de gebouwen was een werkplaats ingericht waar bomen gezaagd werden. Het hout moest dienen voor de bouw van houten barakken.

Beverhoutsveld

De lange geschiedenis van het Beverhoutsveld loopt verloren in de nevelen van de verre Middeleeuwen. In een oorkonde van 20 april 1567 staat dat de eerste keure, die dagtekende uit de 13e eeuw, van ouderdom onleesbaar was geworden. Volgens dit document was het Beverhoutsveld een schenking van een zekere Vrouwe van Beveren. Haar legende is nog altijd levendig in het Beverhoutsveld.

Als kind verloor deze rijke jongedame haar beide ouders. Een verarmde tak van de familie besloot haar op te voeden om zo haar fortuin in handen te krijgen. Om te verhinderen dat ze later nakomelingen zou krijgen, lieten ze haar als kind onvruchtbaar maken. Vele jaren later vernam Juffrouw van Beveren de waarheid over haar rijkdom en haar mishandeling. Om zich op haar familie te wreken maakte ze een testament op waarin zij het Beverhoutsveld ten eeuwigen dage in bruikleen gaf aan de aanborgers, de omwonenden. Dit bleef zo tot begin 20ste eeuw, toen het Beverhoutsveld gemeentelijke eigendom werd.

Door het ontbreken van boerderijen en woningen is het veld een uitgesproken stiltegebied. Natuur en landbouw worden er verweven: een aantal percelen nat weiland worden niet langer bemest en jaarlijks gehooid, zodat opnieuw kleurrijke veldbloemen opduiken zoals de koekoeksbloem en de pinksterbloem. In het Beverhoutsveld kan je ook tal van akkervogels observeren zoals de kievit, de torenvalk en de patrijs. Ook haas en vos voelen zich er thuis. In de knotwilgen broeden steenuil en gekraagde roodstaart.

Kanaaldorp Sint-Joris

Sint-Joris was lange tijd een dunbevolkte regio, een desolaat heidegebied dat deel uitmaakte van het historische Bulskampveld. Een edelman zou er in de 10e eeuw een kapel gebouwd hebben omdat hij uit de handen van struikrovers werd gered. De kapel werd een kerk en Sint-Joris-ten-Distel een bedevaartsoord. Van oudsher wordt in de kerk van Sint-Joris gesmeekt om genezing van huidziekten.

De kerk, opgetrokken in Louis Philippe stijl dateert uit de 19e eeuw en herbergt een Van Peteghemorgel uit eind de 18e eeuw. Het pronkstuk is evenwel het gepolychromeerd Sint-Jorisbeeldje uit de 15e eeuw. Naar het gebruik van die tijd werd de patroonheilige uitgebeeld met de trekken van Philips de Schone, Habsburgse vorst en graaf van Vlaanderen van eind de 15e tot begin de 16e eeuw. De distels aan de voet van de draak doen vermoeden dat het beeldje speciaal voor Sint-Joris-ten-Distel werd gemaakt. Het beeldje reisde al de wereld rond voor prestigieuze tentoonstellingen en werd in augustus 2000 gestolen. Dankzij een oplettende Parijse antiekhandelaar kwam Sint-Joris terug naar huis.

In het dorp zijn het centrale pleintje, het ‘pelderijn’ (van het woord pilori of schandpaal) en de Kooldreef die het dorpsplein met het kasteel de Lanier verbindt, getuigen van de middeleeuwse heerlijkheden Sint-Joris en Waterland-Van den Berghe.